Begin jaren zestig verhuisde ze van Amsterdam naar de rand van Den Haag. ‘Mijn man moest hier gaan werken. En dan verhuis je hè. Maar wat een verschil met Amsterdam was het in het begin! Vrouwen liepen hier in Scheveningen nog in klederdracht. En in het centrum van Den Haag kon je ’s avonds een kanon afschieten.’
Maar alles went, zelfs een verhuizing van Amsterdam naar Den Haag. ‘Oh ja hoor. Ik woon hier heerlijk, aan de rand van de duinen. Wat wil je nog meer? Als ik thuis kom ruik ik vaak de zee. Dan denk ik: wat ruikt het hier toch lekker!’
Tweede nieuwe heup
Die momenten van thuiskomen zijn er het afgelopen jaar te weinig geweest. ‘Heel weinig. Ik heb een heupoperatie gehad, mijn tweede nieuwe heup. Daardoor kan ik slecht lopen. Nu loop ik iedere dag weer een klein stukje. Gisteren ben ik voor het eerst naar de stad geweest. Met de bus. Dat was al heel wat. Een belevenis! Maar dan denk ik ook: wat is het druk.’