Op de koffie bij mevrouw Kreelekamp en Bijanka

19/06/2024
Delen via \a\a

Je kunt haar gerust een ‘buitenmens’ noemen. ‘Heerlijk, om die zeelucht te ruiken.’ En zelfs binnen in huis is ze een buitenmens. ‘Ik slaap altijd met het raam open.’ Maar op haar 88ste wordt mevrouw Edith belemmerd door een tweede heupoperatie. Veel van het buitenleven genieten in de lente is er nu even niet bij. ‘Ik zit ook heerlijk op mijn weidse balkon.’

 

Begin jaren zestig verhuisde ze van Amsterdam naar de rand van Den Haag. ‘Mijn man moest hier gaan werken. En dan verhuis je hè. Maar wat een verschil met Amsterdam was het in het begin! Vrouwen liepen hier in Scheveningen nog in klederdracht. En in het centrum van Den Haag kon je ’s avonds een kanon afschieten.’

Maar alles went, zelfs een verhuizing van Amsterdam naar Den Haag. ‘Oh ja hoor. Ik woon hier heerlijk, aan de rand van de duinen. Wat wil je nog meer? Als ik thuis kom ruik ik vaak de zee. Dan denk ik: wat ruikt het hier toch lekker!’

 

Tweede nieuwe heup

Die momenten van thuiskomen zijn er het afgelopen jaar te weinig geweest. ‘Heel weinig. Ik heb een heupoperatie gehad, mijn tweede nieuwe heup. Daardoor kan ik slecht lopen. Nu loop ik iedere dag weer een klein stukje. Gisteren ben ik voor het eerst naar de stad geweest. Met de bus. Dat was al heel wat. Een belevenis! Maar dan denk ik ook: wat is het druk.’

Mevrouw Kreelekamp en Bijnaka
Mevrouw Kreelekamp en Bijanka

‘Ik ben dol op vis’

Daarom is mevrouw ook graag thuis, waar ze sinds drie jaar op Bijanka van Axxicom Thuishulp kan rekenen. ‘Ik lees veel. Koken en bakken heb ik altijd leuk gevonden. En met Bijanka erbij red ik me wel. Ik ben het liefst thuis. Gelukkig heb ik nog een grote familie en kennissenkring.’ En als het lopen weer wil vlotten, dan is er ook weer gelegenheid voor haar favoriete wandeling. ‘Naar de haven! Daar ga ik geregeld vis halen. Ik ben dol op vis.’ 

 

Geen dubbele ramen

Tot die tijd komt de lente gewoon haar huis binnen. Letterlijk. ‘Dit is een heel oud bovenhuis. met maar één kachel in de kamer. Het tocht aan alle kanten. Ik heb nooit dubbele ramen willen hebben. Iedereen zegt altijd: wat is het hier koud. Maar ik vind het zó gezond. ’s Morgens zet ik altijd alle deuren open. Ook in de winter. Pas na twee uurtjes gaan de deuren dicht en gaat de kachel aan. Ik slaap ook altijd met het raam open.’ 

En om van het buitenleven te genieten hoeft mevrouw Edith niet eens de deur uit. ‘Ik heb een heel weids balkon, vol met planten. Daar heb ik al heel wat buiten gezeten deze lente.’