Ferdinand: ‘Jaap kwam hier al als thuishulp over de vloer toen mijn moeder nog leefde. Daarna heeft hij even een andere baan gehad. Maar hij bleef in die tijd gewoon bij mij langskomen elke maand. Uit vriendschap’, zegt hij dankbaar. Doordat Ferdinand autisme heeft, is een beetje ondersteuning in de huishouding welkom. Ferdinand: ‘Ik moet alles nog leren, zodat ik het later zelf kan doen. Jaap is een heel sympathieke gozer, die zijn werk goed doet. Mijn moeder vond hem ook altijd heel aardig.’ Jaap: ‘Ik vind het ook leuk om te doen, mensen ontmoeten die je anders niet zo gauw ontmoet. Ik vind het fijn om me in te leven in hun problemen. En met een knikje naar Ferdinand om hen ook een beetje te monitoren.’
Gezelligheid
Zijn bezoek, elke dinsdagmiddag, is niet alleen maar voor het stoffen en dweilen. Jaap brengt ook een stukje plezier mee. ‘We kletsen heel wat af, met een sigaretje erbij’, zegt Ferdinand. ‘Ik ben best wel eenzaam. Ik heb nog maar met twee familieleden contact, en die zie ik maar een keer in de maand.’ Voor het goede onderlinge contact heeft Jaap wel een verklaring. ‘We zijn leeftijdgenoten. Ik ben 46, Ferdinand 40. Dat maakt het wel makkelijker. Je praat eerder over dezelfde dingen uit het nieuws van gisteren.’ Ferdinand: ‘Ik kijk er altijd naar uit dat hij weer langskomt. Ik ben blij met Jaap. Daardoor heb ik toch wat meer menselijk contact dan alleen de mensen die af en toe eens naar mij zwaaien.’